De oorlog & ik

Door: Annemiek Lely
April 2015
Gepubliceerd door: Zinweb

Afgelopen week schreef ik een artikel over Open Joodse Huizen/Huizen van Verzet. De redactie van Zinweb vroeg mij naar mijn persoonlijke relatie met de oorlog.  Omdat ik 50 jaar na het begin van de bezetting geboren ben, is een persoonlijke band misschien een groot woord. Sinds dit jaar ben ik echter ambassadrice van het Amsterdams 4 en 5 mei comité. Graag deel ik mijn persoonlijke motivatie.

Opgegroeid in Apeldoorn, woonde ik op vijfjarige leeftijd het defilé van Canadese veteranen op 5 mei bij. Ondanks dat ik nog te jong was om te begrijpen dat dit de bevrijders van ons land waren, heb ik een levend beeld van de optocht op mijn netvlies staan. Dit alles heeft te maken met het speldje wat een van de mannen in uniform in mijn hand drukte. Een kind vergeet niet snel wat ze krijgt.

In groep 5 werd de Tweede Wereldoorlog voor het eerst op school behandeld. Als nieuwsgierige achtjarige schreef ik mijn oma aan brief met daarin de vraag hoe de oorlog geweest was. Ongeremd en zonder enig benul van haar traumatische ervaringen. Enkele dagen later kreeg ik een lieve brief terug. In de envelop zaten voedselbonnen en twee verzetskranten om op school te laten zien.  Wel met het verzoek er zuinig op te zijn. De volgende dag toonde ik voorzichtig, maar vol trots de papieren attributen aan mijn klas.

Later vertelde mijn oma dat ze de kranten zelf rondgebracht. Begin 1940 was ze 21 en woonde ze in Den Haag. Haar broer zat in het verzet en mijn oma hielp hem her en der met klusjes totdat hij werd opgepakt. Thomas Navis was als marconist betrokken bij het Englandspiel en werd verraden door spion Anton van der Waals. Hij overleed op 22 februari 1944 in kamp Natzweiler.

Hoe ouder ik werd, hoe meer ik wilde weten over de oorlog. Op negenjarige leeftijd las ik Het Achterhuis en vroeg vervolgens aan mijn ouders of we een bezoekje aan het Anne Frank huis konden brengen. In 4 VWO werd een excursie georganiseerd naar Straatsburg. Onderdeel van het programma was een bezoek aan kamp Natzweiler. Zonder enige twijfel schreef ik mij in. Daar aangekomen, lopend door een dikke laag sneeuw, kon ik mij met geen mogelijkheid inbeelden in wat voor omstandigheden mijn oudoom hier gevangen heeft gezeten en zijn laatste adem uitblies.

Nu ben ik zelf twintiger en realiseer mij steeds meer welke invloed deze levensfase op de rest van je leven heeft. Ik krijg de kans om mijzelf in alle vrijheid te ontwikkelen. Mijn oma heeft haar studie niet kunnen afmaken omdat de Universiteit van Leiden de poorten sloot en ze verloor haar lievelingsbroer op jonge leeftijd. Nog maar te spreken over de gruwelen die ze op straat heeft moeten aanschouwen. Het gaat echter niet alleen om mijn oma. Nog steeds groeien kinderen en adolescenten op in wrede omstandigheden en moeten volwassenen vechten om te zijn wie ze willen zijn. Daarom ben ik ambassadrice van het Amsterdams 4 en 5 mei comité. Omdat het niet vanzelfsprekend is dat je in vrijheid opgroeit.