Zo’n 249912 keer per jaar rijdt een tram langs het pand. Daarvan passeer ik slechts 120 keer, gezeten op een blauwe stoel met een geometrisch patroon. Of staand, leunend tegen een van de andere 120 passagiers. Van achter het raam probeer ik het naamplaatje dat prominent boven de deur hangt te lezen. Het is me nog niet gelukt om een zin te construeren. Men noemt het een sekte. Ik hoorde van de meester, wist van de sterren en zag enkele parodieën.
Achter een van de 135 ramen zitten mensen achter computers. Mijn nieuwsgierigheid groeit bij het aanzicht. Men neemt testresultaten door, checkt de beelden van geheime camera’s en communiceert onderling. Beraadslagingen om ongewenste handelingen te voorkomen. Althans, dat is mijn interpretatie, gebaseerd op de documentaires.
In de etalage prijken boeken. Handleidingen om een stap verder te komen. In het leven of in de kerk. Om wellicht later ook zo’n boek te schrijven. De macht uit te oefenen over een groep groentjes. Geloof je dan dat je echt verlicht bent?
Het is zo verleidelijk. Uit te stappen. Aan te bellen en in gesprek te gaan. Toch vermijd ik de halte. Ik blijf liever helder.